Koninklijke NLR heeft in Marknesse de testfaciliteit Energy to Propulsion Test Facility (EPTF) officieel geopend en inmiddels in gebruik genomen. De faciliteit stelt NLR in staat om nieuwe voortstuwingstechnologieën, waaronder waterstof-elektrisch, voor luchtvaarttoepassingen adequaat én snel te evalueren met hoogwaardige testmogelijkheden.
Waterstof als kansrijke route naar verduurzaming
De Europese Unie streeft naar klimaatneutraliteit in 2050. Dit betekent een forse reductie van CO₂-uitstoot, ook in de transportsector. NLR investeert daarom in onderzoek naar waterstof als alternatieve brandstof voor vliegtuigen.
Voor langeafstandsvluchten blijft duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) voorlopig de meest geschikte verduurzamingsroute. Maar voor het grootste deel van de wereldwijde vluchten – 95% gaat niet verder dan 4.000 kilometer en is samen goed voor de helft van de CO₂-uitstoot – zijn andere oplossingen mogelijk.
“Voor de kortste routes, met weinig passagiers, openen batterij-elektrische vliegtuigen nieuwe mogelijkheden voor mobiliteit,” zegt Martin Nagelsmit, CTO van NLR. “Voor het regionale segment, tot maximaal 2.000 kilometer, bieden waterstof-elektrische toestellen een veelbelovende oplossing. En voor afstanden tot circa 4.000 kilometer is waterstofverbranding een kansrijke optie voor het grootste deel van de single-aisle vloot. Dat soort toestellen wordt bijvoorbeeld gebruikt op drukkere vluchten binnen Europa, of naar bestemmingen in Noord-Afrika.”
Unieke faciliteit binnen Europa
De EPTF maakt het mogelijk om de volledige aandrijflijn van een waterstof-elektrisch vliegtuig – of delen daarvan – uitgebreid te testen. Het is de eerste faciliteit in Europa waar waterstof als energiedrager zó integraal kan worden onderzocht, en die bovendien toegankelijk is voor externe partijen.
Paul Arendsen, manager van de NLR-afdeling Structures and Evaluation en verantwoordelijk voor de EPTF: “Gasvormige waterstof is licht, maar te volumineus. Gecomprimeerd gas heeft te zware opslagtanks nodig. Voor vliegtuigen is vloeibare waterstof daarom de beste optie. Maar het afkoelen tot minus 253 °C – bijna het absolute nulpunt – brengt aanzienlijke technische uitdagingen met zich mee. Wat gebeurt er met aandrijfonderdelen en materialen onder zulke extreme omstandigheden? En hoe gedragen lichte, composieten opslagtanks zich bij die temperaturen? Daar moet nog veel onderzoek naar worden gedaan.”
Veiligheid voorop
Veiligheid is cruciaal in de luchtvaart, en dat geldt ook voor de nieuwe faciliteit in Marknesse. “Waterstof is bij kamertemperatuur een niet-giftig, kleurloos en geurloos gas. Mits veilig opgeslagen en gebruikt, is het niet gevaarlijker dan andere brandstoffen,” aldus Arendsen. “De EPTF is uitgerust met uitgebreide veiligheidsmaatregelen en we hanteren strikte procedures. Denk aan beperking van ontstekingsrisico’s, ruime ventilatieopeningen en ruime afstand tussen de onderdelen. Alles is erop ingericht om veilig te kunnen testen.”
Kansen voor bedrijven en versnelling van innovatie
Vliegen op groene waterstof biedt grote kansen, maar ook aanzienlijke technologische en operationele uitdagingen – terwijl de tijd dringt. Met de EPTF wil NLR startups, het mkb en industriële partners ondersteunen bij het benutten van economische kansen. Door betrouwbare, veilige en gevalideerde waterstofoplossingen sneller te kunnen testen, wordt de stap naar marktintroductie verkort en kunnen innovaties sneller bijdragen aan onze maatschappelijke doelen.

